Doof-blinden

Doof-blinden

Een aparte groep Doven is de groep doof-blinden. Ondanks het woord 'doof-blind' zijn de meeste doof-blinden niet zowel volledig doof als volledig blind. Het is een verzamelnaam voor alle varianten in de combinatie slechtziendheid/blindheid en slechthorendheid/doofheid. Doof-blinden die doofgeboren zijn en later slechtziend/blind zijn geworden, hebben een dove achtergrond. Zij beheersen over het algemeen de Vlaamse Gebarentaal en het handalfabet. Maar het is voor hen niet meer mogelijk om zonder aanpassingen op deze manier te communiceren. Ze zien immers nog maar weinig of zijn volledig blind en moeten dus voelen om te kunnen communiceren. Daarom bestaan er voor deze groep doof-blinden de vierhanden-gebarentaal en het vingerspellen-in-de-hand.

 

Vierhanden-gebarentaal

Bij de vierhanden-gebarentaal wordt gebruik gemaakt van dezelfde gebaren als bij de Vlaamse Gebarentaal. Het verschil is dat de doof-blinde tijdens het gebaren losjes de handen van de gesprekpartner vasthoudt. Zo kan hij voelen wat de ander gebaart. De meeste gebaren zijn op deze manier nogal duidelijk te voelen. Alleen voor gebaren waarbij het mondbeeld erg belangrijk is, moet een aangepast gebaar worden gebruikt.

 

Vingerspellen-in-de-hand

Het vingerspellen-in-de-hand is direct afgeleid van het gewone handalfabet. Iemand die het Nederlands handalfabet kent, kan dus ook vingerspellen-in-de-hand. Men drukt de letter in de handpalm van de doof-blinde. De regel is dat men met rechts spelt in de rechterhand van de doof-blinde. Een ervaren persoon kan de letters sneller voelen dan het oog kan volgen. Toch duurt deze manier van communiceren tamelijk lang.

 

Lorm-schrift

Het Lorm-schrift bestaat uit het vormen van strepen en punten in de linker handpalm van de doofblinde. Beide sprekers moeten een goede taalbezit hebben. Het aflezen is erg lastig voor de doofblinde, maar je kan een hoog gesprekstempo mee hebben.